Wetsvoorstel: compensatie transitievergoeding langdurige ziekte alleen voor kleine werkgevers
Op 19 februari is een wetsvoorstel als internetconsultatie bekendgemaakt. Het wetsvoorstel beperkt de compensatieregeling voor transitievergoedingen bij langdurige arbeidsongeschiktheid tot kleine werkgevers. De aanpassing zou moeten leiden tot een besparing van ongeveer € 380 miljoen structureel.
Het wetsvoorstel heet voluit ‘Beperken van de compensatieregeling transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid tot kleine werkgevers’ en vloeit voort uit het regeerprogramma. Het leidt ertoe dat de compensatie voor een transitievergoeding na ontslag vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid (Compensatieregeling LAO) alleen nog beschikbaar is voor kleine werkgevers.
Compensatieregeling LAO
Als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid, moet een werkgever een werknemer een transitievergoeding betalen. Met het wetsvoorstel gaat de Compensatieregeling LAO alleen nog gelden voor een ‘kleine werkgever’. Daaronder vallen werkgevers met een loonsom tot en met 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per kalenderjaar. In 2024 was dit € 942.500. Een startende werkgever wordt in de eerste twee kalenderjaren dat deze bestaat als kleine werkgever aangemerkt.
Bedrijfsleven
Het wetsvoorstel heeft financiële gevolgen voor middelgrote en grote bedrijven. Zij komen niet meer in aanmerking voor compensatie van de transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid. De regering meent dat deze bedrijven de kosten van de transitievergoeding zelf kunnen betalen.
Werknemers
Voor werknemers leidt het wetsvoorstel mogelijk tot meer ‘slapende dienstverbanden’. Bij een slapend dienstverband blijft de arbeidsovereenkomst na twee jaar arbeidsongeschiktheid formeel bestaan, terwijl er geen arbeid meer wordt verricht en er ook geen loondoorbetalingsverplichting bestaat. Werkgevers die geen compensatie ontvangen voor een na twee jaar arbeidsongeschiktheid te betalen transitievergoeding, zullen mogelijk sneller kiezen voor een slapend dienstverband. Op basis van jurisprudentie van de Hoge Raad is een werkgever op grond van goed werkgeverschap verplicht in te stemmen met een voorstel van een werknemer tot beëindiging van een slapend dienstverband onder toekenning van een transitievergoeding. Daarbij is door de Hoge Raad echter wel meegewogen dat er voor werkgevers een wettelijke compensatiemogelijkheid voor die transitievergoeding bestaat. Het beperken van die compensatie heeft daarom mogelijk ook invloed op deze uitspraak en verplichting. In reacties op het wetsvoorstel zijn hier zorgen over geuit, omdat in het wetsvoorstel geen oplossing is aangedragen.
Planning
Tot en met 19 maart kon inhoudelijk worden gereageerd op het wetsvoorstel. De consultatietermijn is nu gesloten. Er zijn 91 reacties ontvangen op het wetsvoorstel. Na eventuele aanpassingen op basis van deze reacties wordt de internetconsultatie als wetsvoorstel aangeboden aan de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel zou in werking moeten treden op 1 januari 2026.