Werknemer volgt RIVM- richtlijn en blijft lange tijd thuis met verkoudheidsklachten. Kan dit zomaar?
Werknemer heeft een jaarcontract als verkoopmedewerker (achter de balie) in een groothandel in sanitair. Als hij last van een neusverkoudheid krijgt, meldt hij zich ziek. Hij volgt hiermee de richtlijnen van het RIVM. Na een week ontvangt hij een e-mail van werkgever met de vraag wat de voortgang is van zijn neusverkoudheid en dat hij dit moet onderbouwen. Als hij dit niet dagelijks doet wordt loon ingehouden.
Werknemer geeft aan niet ziek te zijn, maar alleen de richtlijnen van het RIVM te volgen. Werkgever is het hier niet mee eens en er volgt gesteggel over de vraag of werknemer naar kantoor kan komen om te werken. Uit een gesprek met de Arboarts blijkt dat werknemer antibiotica heeft gekregen hetgeen aangeeft dat de klachten niet viraal zijn, dus geen risico vormt voor collega’s. Werknemer blijft aangeven dat hij vanuit huis wil werken, maar werkgever geeft hier geen gehoor aan omdat er genoeg werk op kantoor is.
Na een maand radiostilte laat werkgever aan werknemer weten dat hij ὸf gewoon moet komen werken (zonder met anderen in aanraking te komen) ὸf vrij moet nemen ὸf zich ziek moet melden, anders zal hij worden gekort op zijn loon. Werknemer meldt zich ziek. De Arboarts is van oordeel dat de klachten van werknemer berusten op een verschil van visie. Na de ziekmelding heeft werkgever meerdere malen aan werknemer verzocht om naar kantoor te komen om werkafspraken te maken. Het arbeidscontract eindigt na een jaar van rechtswege. Werkgever meent dat hij geen loon verschuldigd is over de periode dat werknemer niet heeft gewerkt. Werknemer stelt een (gedeeltelijke) loonvordering in over de maanden dat hij thuis zat, tot en met het moment dat het contract van rechtswege is geëindigd. Hij geeft aan dat hij niet volledig geschikt was voor werk en dat het arbeidsconflict hierin een belangrijke rol heeft gespeeld.
De kantonrechter is van oordeel dat werknemer zich eerder ziek had moeten melden, en dat is ondanks meerdere verzoeken van werkgever niet gebeurd. Daardoor kon hij niet controleren of werknemer niet in staat was om arbeid te verrichten. Van werknemer mag worden verwacht dat hij zich bij een voortdurende neusverkoudheid, op enig moment ziekmeldt, zodat een bedrijfsarts ingeschakeld kan worden die een objectief oordeel kan geven over de (on)mogelijkheid om te werken. De kantonrechter geeft aan dat een korting op het maandsalaris (de maand waarin de werknemer wel thuis was, maar zich niet ziek heeft gemeld) gerechtigd is.
Vanaf het moment dat werknemer zich ziek heeft gemeld, merkt de kantonrechter op dat hij wel geschikt was voor aangepast werk en dat het van belang was dat partijen snel met elkaar in gesprek moesten gaan. Werkgever heeft dit ook meerdere malen geprobeerd. Werknemer gaf aan daar niet toe in staat te zijn geweest. Maar het aangaan van een gesprek is een inspanning die wel van hem verwacht had mogen worden. Het compleet en stelselmatig afhouden van een gesprek is niet acceptabel uit het oogpunt van goed werknemerschap. Alles afwegend is de kantonrechter van oordeel dat werknemer (na 2 maanden thuiszitten) in ieder geval had moeten proberen in gesprek te gaan met werkgever. Door dat steeds af te houden, heeft hij zijn eigen re-integratie gefrustreerd. Tot 2 maanden na de ziekmelding dient werkgever 90% van het loon te betalen, de loonvordering voor de resterende periode tot het einde van het dienstverband wordt afgewezen.