Werknemer niet verplicht loyaliteitsverklaring te ondertekenen

Een werknemer heeft een conflict met zijn werkgever. Alleen als hij een loyaliteitsverklaring ondertekent, kan hij blijven. Het gerechtshof moet oordelen of dit zomaar kan.

Een man is sinds 2007 als technisch manager in dienst bij een instelling die onder andere controleert of speeltoestellen voldoen aan de veiligheidsnormen. Hij functioneert niet goed. Voor zijn houding en gedrag krijgt hij een mondelinge waarschuwing, maar er blijven klachten over hem binnenkomen. Na een escalatie stuurt de werkgever aan op beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De man kan alleen blijven, aldus de werkgever, als hij zich onvoorwaardelijk committeert aan de verplichting zich te onthouden van het doen van beledigende en diskwalificerende opmerkingen over zijn collega’s, leidinggevende en werkgever. Als hij daar toch mee doorgaat, volgt ontslag op staande voet. De man weigert de loyaliteitsverklaring te ondertekenen, het ontslag vecht hij aan bij de kantonrechter. Die vernietigt het ontslag op staande voet, maar ontbindt wel de arbeidsovereenkomst. De werkgever moet een transitievergoeding betalen van € 33.431. De werknemer gaat in hoger beroep, omdat hij ook een forse billijke vergoeding wil.

Ultimatum

Het hof constateert dat het hier een langdurig conflict betreft. De werknemer heeft er vaak op gewezen dat enkele collega’s niet gekwalificeerd zijn speeltoestellen te controleren. Dat hij niet voldeed aan het ultimatum van de werkgever om een schriftelijke loyaliteitsverklaring te ondertekenen, is geen dringende reden voor een ontslag op staande voet.

Vertrouwensbreuk

Wel is sprake van een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding (een vertrouwensbreuk) die de ontbinding rechtvaardigt. Herplaatsing binnen de instelling is niet mogelijk, de werknemer is niet breder inzetbaar dan in de branche van speeltoestellen. Omdat hij niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, heeft hij recht op de transitievergoeding. Zijn kritiek op de ondeskundigheid van enkele collega’s was immers terecht, en daarop reageerde de werkgever nauwelijks inhoudelijk. Dan kan niet worden verwacht dat de man de loyaliteitsverklaring zou ondertekenen. Maar ook de werkgever heeft niet ernstig verwijtbaar gehandeld door de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Daarom krijgt de werknemer geen billijke vergoeding.

Boete

De man heeft tussen het ontslag op staande voet en de ontbinding van de arbeidsovereenkomst geen loon meer ontvangen. Dat kan wettelijk worden verhoogd, als een soort boete voor de werkgever, tot maximaal 50 procent van het achterstallige salaris. De kantonrechter heeft dit gematigd tot 10 procent. De werkgever heeft door de keuze voor een ontslag op staande voet in plaats van een ontbindingsverzoek bewust het risico genomen dat achteraf zou blijken dat zij ten onrechte geen loon uitbetaalde. Dit had voor de werknemer serieuze financiële consequenties: geen inkomen uit arbeid en geen recht op uitkering. Omdat bij de werkgever geen sprake was van zuivere betalingsonwil, matigt het hof de wettelijke verhoging tot 40 procent.

ECLI:NL:GHSHE:2024:381

Contact opnemen

Gerechtshof
Een gerechtshof is het rechterlijk college waar hoger beroepszaken wordt behandeld.
Meer info »
Transitievergoeding
Een transitievergoeding is de wettelijke ontslagvergoeding, die werkgever bij ontslag aan werknemer verschuldigd is, tenzij de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld (artikel 7:673 BW). Als de werknemer zelf opzegt bestaat er géén recht op een transitievergoeding. Sinds 1 januari 2020 heeft iedere werknemer, ongeacht of er sprake is van een tijdelijk contract, vanaf dag 1 recht op transitievergoeding bij ontslag. De hoogte van de transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar.
Meer info »
Billijke vergoeding
De billijke vergoeding is een vergoeding die een kantonrechter in een ontbindingsprocedure kan toekennen aan een werknemer, bovenop de wettelijke verplichte transitievergoeding. Voor een billijke vergoeding is enkel plaats als de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld richting de werknemer.
Meer info »
Ontbinding
Ontbinding een van de manieren waarop een overeenkomst kan worden beëindigd. Artikel 6:265 Burgerlijk Wetboek bevat een ontbindingsbevoegdheid voor het geval dat de wederpartij tekortschiet in de nakoming van zijn contractuele verplichtingen. Je kunt dan de overeenkomt ontbinden, tenzij de tekortkoming zodanig gering is dat die geen ontbinding rechtvaardigt. Andere gronden voor ontbinding zijn bijvoorbeeld dat, wanneer je als consument iets gekocht hebt, het aangekochte product gebrekkig is, of waneer er sprake is van onvoorziene omstandigheden. Ontbinding heeft tot gevolg dat de overeenkomst wordt geacht nooit te hebben bestaan. De reeds verrichte prestaties of gedane betalingen moeten ongedaan worden gemaakt, dus moeten - voor zover mogelijk - 'teruggedraaid' worden.
Meer info »
Arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de werknemer zich verbindt om in dienst van de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Drie elementen dienen aanwezig te zijn om te kunnen spreken van een arbeidsovereenkomst: arbeid (persoonlijk verricht door de werknemer), loon (veelal in geld) en een gezagsverhouding.
Meer info »
Kantonrechter
De kantonrechter is belast met de behandelingen van bepaalde soorten zaken, namelijk: civiele zaken tot een bedrag van EUR 25.000,-, arbeidszaken, huurzaken, consumentenkoopzaken en consumentenkredietzaken. Verder gaat de kantonrechter ook over zaken met betrekking tot bewind, curatele, mentorschap en het verwerpen of aanvaarden van erfenissen. Het is bij een kantonrechter niet verplicht om een advocaat in te schakelen.
Meer info »