Niet verstrekken VOG leidt tot rechtsgeldige beëindiging arbeidsovereenkomst
Nadat een proeftijdontslag is ingetrokken, laat een werknemer na een verklaring omtrent gedrag (VOG) aan haar werkgever te verstrekken. Ondanks de verplichting daartoe. Daardoor eindigt de arbeidsovereenkomst alsnog.
De vrouw treedt als juridisch medewerker in dienst bij een parkeerdienstverlener op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Tijdens de proeftijd zegt de werkgever het arbeidscontract op. Als de vrouw daartegen bezwaar maakt, trekt de werkgever met haar instemming het proeftijdontslag in. Een paar weken later wordt de werknemer alsnog ontslagen, omdat ze, ondanks de verplichting daartoe, geen VOG aan haar werkgever verstrekt.
Vorderingen
De vrouw is het niet eens met de beëindiging van haar arbeidsovereenkomst. Bij de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam vordert zij onder meer wedertewerkstelling, loonbetaling, een vergoeding vanwege onregelmatige opzegging en een transitievergoeding. Al deze vorderingen worden afgewezen.
Ontbindende voorwaarde
Twee dagen nadat het proeftijdontslag door de werkgever na bezwaar van de werknemer was ingetrokken en de arbeidsovereenkomst hervatte, meldde de werknemer zich ziek. Zij had toen dan nog ruim twee weken om haar werkgever de VOG te geven. Het verstrekken van de VOG is als verplichting opgenomen in de arbeidsovereenkomst. Ook staat daarin de ontbindende voorwaarde dat bij het niet verstrekken van de VOG de arbeidsovereenkomst per direct eindigt.
Van rechtswege beëindigd
Ondanks herhaaldelijke verzoeken van de werkgever komt de vrouw niet met de VOG over de brug. Ook niet nadat de werkgever benadrukte dat bij het uitblijven ervan de arbeidsovereenkomst per direct zou eindigen en beloofde de kosten van de VOG te zullen betalen. Met een beroep op de ontbindende voorwaarde verklaart de werkgever de arbeidsovereenkomst daarom van rechtswege geëindigd na het verstrijken van de relevante aanlevertermijn.
Rechtsgeldig
Volgens de kantonrechter is de arbeidsovereenkomst daarmee rechtsgeldig beëindigd en is er daarom geen grond voor wedertewerkstelling van de werknemer. Gezien de aard van het bedrijf had de werkgever goede redenen om van de vrouw te vragen dat zij over een VOG beschikte. Ook de andere vorderingen van de werknemer worden om die reden afgewezen.
