Concurrentiebeding geldt in beƫindigde aandeelhoudersovereenkomst niet meer

Een concurrentiebeding in een aandeelhoudersovereenkomst, is dat nog geldig als die overeenkomst is beëindigd? Over die vraag moest de rechtbank Rotterdam onlangs oordelen.

Een man, enig aandeelhouder en enig bestuurder van zijn bedrijf, treedt in dienst bij een scheepsagentuur. In de arbeidsovereenkomst is geen relatie- en concurrentiebeding opgenomen, maar wel in de aandeelhoudersovereenkomst. Als hij twintig jaar in dienst is, zegt hij de arbeidsovereenkomst op en biedt zijn aandelen in dat bedrijf aan, conform de aandeelhoudersovereenkomst. Daarna gaat hij werken bij een bedrijf dat (ook) diensten aanbiedt als scheepsagent, waar hij statutair bestuurder wordt met een aandelenbelang van 49%. Volgens zijn vorige werkgever heeft hij het concurrentie- en relatiebeding geschonden. Die stapt daarvoor naar de rechtbank Rotterdam: er is een schadepost van ruim € 2 miljoen. In die zaak is het van belang dat de eerste werkgever niet ‘onrechtmatige concurrentie’ aankaart maar schending van de aandeelhoudersovereenkomst.

Aandeelhoudersovereenkomst

De rechtbank oordeelt dat de aandeelhoudersovereenkomst is geëindigd omdat de vorige werkgever alle aandelen van de hand had gedaan. Dan kan de man hier niet langer aan worden gehouden. Bij deze aandeelhoudersovereenkomst waren slechts twee aandeelhouders partij. Houdt één van hen op aandeelhouder te zijn, dan eindigt daarmee de aandeelhoudersovereenkomst.

Concurrentiebeding

De persoonlijke bv van de man is dan wel akkoord gegaan met de aandelenoverdracht aan de nieuwe werkgever, maar dat wil niet zeggen dat de man gebonden is aan het non-concurrentiebeding die ook in de nieuwe aandeelhoudersovereenkomst stond. Een concurrentiebeding houdt een vergaande beperking in van de rechten van de man, zodat niet gemakkelijk moet worden aangenomen dat hij zo’n beperking stilzwijgend heeft aanvaard. Nu de eerst aandeelhoudersovereenkomst is geëindigd, is de man hieraan niet gebonden. Zelfs als dat wel het geval zou zijn, dan kan de vorige holding – die de aandelen van de vorige werkgever had overgenomen – zich niet beroepen op het non-concurrentiebeding. De man heeft zich niet tegenover die holding verbonden om het non-concurrentiebeding na te komen.

Statutiar bestuurder

De vorige werkgever stelt dat de man aansprakelijk is, omdat hij zijn taak als feitelijk bestuurder niet behoorlijk heeft vervuld. Hij heeft zich niet gericht naar het belang van de vorige onderneming. Die vlieger gaat niet op. De plicht om taken behoorlijk te vervullen geldt alleen voor statutair bestuurders en dat was de man niet. Hij is dan niet aansprakelijk.

Redelijkheid en billijkheid

De vorige werkgever stelt ook dat de man in strijd met de redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld. De man moest als feitelijk bestuurder en belangrijkste werknemer rekening houden met de belangen van zijn werkgever en haar aandeelhouders, door het bevorderen van het bestendige succes van de onderneming. Die verplichting schond hij. Hij had collega’s verteld over zijn ontslag en dat had niet gemogen. Hij had alles in het werk moeten stellen dat de werknemers in dienst zouden blijven bij de vorige werkgever, maar enkelen stapten over naar het nieuwe bedrijf van de man.

Gedragsnorm

Volgens de rechtbank gaat ook dit niet op. Handelen in strijd met de redelijkheid en billijkheid, als daar al sprake van zou zijn, vestigt nog geen aansprakelijkheid. Dit is een gedragsnorm die betamelijkheid kan inkleuren. Iemand is pas aansprakelijk als die zich onrechtmatig heeft gedragen. De vorige werkgever koos er in deze procedure echter niet voor om de (on)rechtmatigheid van de gedragingen van de man aan de rechtbank voor te leggen.

Vrijheid

Daar komt bij dat een aandeelhouder de vrijheid heeft om te concurreren met de vennootschap waarin hij aandelen houdt. Dat is anders als die vrijheid contractueel is beperkt, maar dat was hier niet aan de orde. Een statutair bestuurder heeft die vrijheid in beginsel niet, maar de man is nooit statutair bestuurder geweest. De vorige werkgever verliest de zaak op alle fronten.

ECLI:NL:RBROT:2025:8916

Contact opnemen

Concurrentiebeding
Een concurrentiebeding beperkt de werknemer voor een bepaalde tijd in zijn bevoegdheid om na zijn dienstverband werkzaam te zijn bij een concurrerende werkgever (artikel 7:653 BW). Een concurrentiebeding mag alleen schriftelijk worden overeengekomen, in beginsel alleen bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en alleen met een meerderjarige werknemer. De rechter kan een concurrentiebeding (geheel of gedeeltelijk) vernietigen als het beding niet noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs-of dienstbelangen of als de werknemer er onbillijk door benadeeld wordt.
Meer info »
Overeenkomst
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen richting een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.Volgens de wet komt een overeenkomst tot stand door aanbod en aanvaarding. In welke vorm dat gebeurt, is is irrelevant, dus een overeenkomst kan ook mondeling tot stand komen. Het kan dan echter lastig zijn om bewijs te leveren van het bestaan van de overeenkomst.
Meer info »
Rechtbank
De rechtbank is het gerecht in eerste aanleg.
Meer info »
Arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de werknemer zich verbindt om in dienst van de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Drie elementen dienen aanwezig te zijn om te kunnen spreken van een arbeidsovereenkomst: arbeid (persoonlijk verricht door de werknemer), loon (veelal in geld) en een gezagsverhouding.
Meer info »