Bruikleenovereenkomst biedt minder bescherming dan huurovereenkomst

Wie een pand bewoont op basis van een bruikleenovereenkomst heeft minder rechten dan wie een woning huurt. Ook de bewoonster in deze kwestie moet na afloop van de bruikleenovereenkomst het pand verlaten. Omdat zij een baby heeft, wordt de ontruimingstermijn vastgesteld op één maand.

Een vrouw verblijft op basis van een bruikleenovereenkomst in een woning. Na twee maanden wil de eigenares dat zij vertrekt en de woning ontruimt. De einddatum van de bruikleenovereenkomst is immers verstreken, zodat de vrouw daar niets meer te zoeken heeft. Als zij niet vertrekt, spant de eigenares een kort geding aan bij de rechtbank Rotterdam.

Spoedeisend belang

Daarbij geldt het zogenoemde ‘spoedeisende belang’. De vordering van de eigenares wordt alleen toegewezen als zij hierbij zoveel spoed heeft dat ze de uitkomst van een gewone procedure (‘bodemprocedure’) niet hoeft af te wachten. Wel wordt gekeken hoe aannemelijk het is dat de eis in een bodemprocedure wordt toegewezen. De voorzieningenrechter let daarbij op twee zaken: het belang dat de eigenares heeft bij toewijzing van de eis en de gevolgen hiervan voor de vrouw die in het pand verblijft als deze uitspraak later wordt teruggedraaid.

Bruikleenovereenkomst

Het staat vast dat de bruikleenovereenkomst inmiddels is geëindigd. Dat is voldoende voor terugvordering van de woning. Ook in een bodemprocedure zou worden geoordeeld dat de vrouw de woning moet ontruimen. Zij blijft niet in de woning op basis van een huurovereenkomst – in dat geval geldt huurbescherming en kan zij niet zomaar het huis uit worden gezet. Bij een bruikleenovereenkomst krijgt iemand toestemming voor tijdelijke bewoning. Zo’n overeenkomst wordt vaak gehanteerd om te voorkomen dat een pand wordt gekraakt. Het gaat dan om een gebruik ‘om niet’: er mag geen tegenprestatie tegenover staat. Ofwel: de vrouw hoefde niets te betalen voor de tijd dat zij in de woning verbleef. Daar staat tegenover dat zij minder rechten heeft.

Belang van het kind

In deze zaak stelt de kantonrechter de ontruimingstermijn vast op één maand. De reden: de vrouw woont daar met haar baby. In het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind staat dat de belangen van het kind bij alle maatregelen die kinderen betreffen een eerste overweging behoren te zijn. Dit ‘belang van het kind’ neemt de kantonrechter mee in zijn vonnis. De vrouw krijgt van de gemeente een woning en tot die tijd (die ene maand) mag zij in het pand van de eigenares blijven. Die wil de woning snel verbouwen zodat haar zoon erin kan wonen, maar dat is een minder zwaarwegend belang dan dat van de vrouw met de baby.

ECLI:NL:RBROT:2024:2937

Contact opnemen

Kort geding
Een kort geding procedure is een spoedprocedure die is bedoeld om een snelle beslissing van de rechter te krijgen. In een kort geding wordt een voorlopige voorziening gegeven (een beslissing met een tijdelijk karakter), partijen kunnen later alsnog een bodemprocedure starten om een definitief oordeel te krijgen.
Meer info »
Rechtbank
De rechtbank is het gerecht in eerste aanleg.
Meer info »
Bodemprocedure
Een bodemprocedure is de gerechtelijke procedure waarin een juridisch geschil - anders dan bij een kort geding - definitief beslecht wordt.
Meer info »
Voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter is de rechter die oordeelt in kort geding.
Meer info »
Huurovereenkomst
Huur is de overeenkomst waarbij de verhuurder zich verbindt aan de huurder een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie (artikel 7:201 BW). Beide partijen hebben rechten en verplichtingen. Zo is de verhuurder verplicht het verhuurde ter beschikking te stellen en te gebreken aan het verhuurde te verhelpen. De huurder is onder meer verplicht om de huur te betalen en om zich als een goed huurder te gedragen. Dit zijn algemene regels voor huur, die gelden voor zowel de huur van woonruimte als de huur van bedrijfsruimte.
Meer info »
Overeenkomst
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen richting een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.Volgens de wet komt een overeenkomst tot stand door aanbod en aanvaarding. In welke vorm dat gebeurt, is is irrelevant, dus een overeenkomst kan ook mondeling tot stand komen. Het kan dan echter lastig zijn om bewijs te leveren van het bestaan van de overeenkomst.
Meer info »
Kantonrechter
De kantonrechter is belast met de behandelingen van bepaalde soorten zaken, namelijk: civiele zaken tot een bedrag van EUR 25.000,-, arbeidszaken, huurzaken, consumentenkoopzaken en consumentenkredietzaken. Verder gaat de kantonrechter ook over zaken met betrekking tot bewind, curatele, mentorschap en het verwerpen of aanvaarden van erfenissen. Het is bij een kantonrechter niet verplicht om een advocaat in te schakelen.
Meer info »