Werkgever ‘boete’ verschuldigd als salaris te laat wordt betaald

Wordt het salaris te laat uitbetaald, dan kan de werkgever worden veroordeeld tot het betalen van een ‘boete’ aan de werknemer. Dat bedrag kan fors oplopen.

Dat maakte een vrouw mee die in dienst is bij een schoonmaakbedrijf. Na enige tijd meldt zij zich ziek. Omdat de verzuimcoördinator maar moeizaam contact met de vrouw kan leggen, lijkt het erop dat zij zich onbereikbaar houdt voor haar werkgever. Ook de arbodienst kan haar niet bereiken. Als er eindelijk een gesprek tot stand komt, geeft de vrouw, volgens de verzuimcoördinator, op lang niet alle vragen een afdoende antwoord. Voor de werkgever is dat reden de betaling van het loon op te schorten.

Doorbetaling

De werkneemster is het daarmee niet eens en stapt naar de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam. Die stelt dat, conform het Burgerlijk Wetboek, een werknemer in beginsel recht heeft op doorbetaling van 70 procent van het loon, gedurende 104 weken. De eerste 52 weken heeft de werknemer ten minste recht op het voor hem of haar geldende wettelijke minimumloon.

Controlevoorschriften

Een werkgever mag de doorbetaling van het loon tijdens ziekte alleen opschorten wanneer hij niet in de gelegenheid wordt gesteld om te controleren of de werknemer wel recht heeft op loon. De werknemer moet daartoe de controlevoorschriften opvolgen. Die voorschriften moeten redelijk zijn en schriftelijk zijn gegeven en ze mogen slechts betrekking hebben op het verstrekken van beperkte informatie.

Arbodienst

Volgens de kantonrechter heeft de vrouw de controlevoorschriften netjes nagekomen. De arbodienst stelt wel dat er vaak tevergeefs contact met haar is opgenomen, maar dat wordt niet met documenten onderbouwd. Aandringen op een fysiek gesprek had weinig zin, omdat de bedrijfsartsen hadden geoordeeld dat de vrouw geen werkzaamheden aankon, en dat re-integratie niet bijdroeg aan haar herstel. De arbodienst is zo ten onrechte op de stoel van de bedrijfsarts gaan zitten. Het houden van een fysiek gesprek was dan ook geen redelijk controlevoorschrift.

Daarom was er geen geldige reden voor opschorting van het loon. Het salaris moet dan ook alsnog worden betaald. Omdat de werkgever te laat is met betaling (de vertraging is door de opschorting opgelopen met enkele maanden), is hij daarover een wettelijke verhoging (als een soort boete) verschuldigd. Deze verhoging bedraagt voor de vierde tot en met de achtste werkdag vijf procent per dag en voor elke volgende werkdag één procent; de verhoging mag echter nooit meer bedragen dan de helft van het verschuldigde loon. In deze zaak matigt de rechter de wettelijke verhoging tot 35 procent.

ECLI:NL:RBROT:2022:3403

 

Contact opnemen

Voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter is de rechter die oordeelt in kort geding.
Meer info »
Rechtbank
De rechtbank is het gerecht in eerste aanleg.
Meer info »
Kantonrechter
De kantonrechter is belast met de behandelingen van bepaalde soorten zaken, namelijk: civiele zaken tot een bedrag van EUR 25.000,-, arbeidszaken, huurzaken, consumentenkoopzaken en consumentenkredietzaken. Verder gaat de kantonrechter ook over zaken met betrekking tot bewind, curatele, mentorschap en het verwerpen of aanvaarden van erfenissen. Het is bij een kantonrechter niet verplicht om een advocaat in te schakelen.
Meer info »
Re-integratie
Als een werknemer ziek is, hebben werknemer en werkgever jegens elkaar een aantal verplichtingen, gericht op de terugkeer van de werknemer naar zijn werk. Werknemer is gehouden om actief mee te werken aan het herstel om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Dat kan betekenen dat de werknemer (tijdelijk) ander, passend werk moet doen. Werkgever is gehouden een bedrijfsarts/arbodienst in te schakelen, en een plan van aanpak op te stellen. Verder moet hij nagaan of er ander passende arbeid is voor de werknemer in de organisatie. Het traject naar de terugkeer wordt re-integratie genoemd.
Meer info »