Terugvorderen onterecht uitgekeerde bijstand

Wie ten onrechte bijzondere bijstand ontvangt, moet dit te veel betaalde bedrag terugbetalen, tenzij er ‘dringende redenen’ zijn om dat na te laten. De ontvanger moet die redenen wel hard maken.

Een vrouw ontvangt op grond van de Participatiewet bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering. Zij woont met haar kind op het uitkeringsadres. Als er bij de gemeente een melding binnenkomt dat haar man ook bij haar woont, wordt een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstand. De vrouw verklaart dat haar ex bij haar is ingetrokken omdat hij na een ernstig ongeluk verzorging nodig heeft. Aangezien zij een gezamenlijke huishouding op het uitkeringsadres voeren, trekt het college van burgemeester en wethouders de bijzondere bijstand in. Wat al ten onrechte is betaald (873,60 euro), moet door de vrouw worden terugbetaald. Bij de rechtbank Oost-Brabant krijgt de vrouw geen gelijk. Ze gaat in hoger beroep.

Dringende redenen

Ook de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter in uitkeringskwesties, vindt dat sprake is van een gezamenlijke huishouding. De vrouw kon niet worden beschouwd als ongehuwd en had dan ook geen recht op bijzondere bijstand. Het college heeft de bijstand terecht ingetrokken. De vrouw vindt dat het college op grond van ‘dringende redenen’ had moeten afzien van terugvordering. Dat heeft voor haar onaanvaardbare financiële gevolgen. Het college heeft de terugvordering, volgens de vrouw, ten onrechte niet afgestemd op de bijzondere omstandigheden.

De Raad ziet echter geen dringende redenen die maken dat het college van terugvordering had moeten afzien. De Participatiewet schrijft voor dat dringende redenen alleen kunnen worden ingeroepen als de terugvordering onaanvaardbare sociale of financiële gevolgen heeft. Het moet dan gaan om gevallen waarin iets bijzonders en uitzonderlijks aan de hand is. Degene die zich beroept op dringende redenen moet die wel aannemelijk maken. Deze vrouw heeft niet onderbouwd waarom de terugvordering voor haar leidt tot onaanvaardbare financiële of sociale gevolgen. Ze heeft daarover geen financiële of andere gegevens overgelegd. Er was wel een betalingsregeling getroffen, maar na enkele maandelijkse betalingen loste zij, uit eigen beweging, het gehele resterende bedrag in één keer af. Ook had de vrouw de gemeente erover moeten inlichten dat de man weer bij haar was gaan wonen. Daarna kon ze geen aanspraak meer maken op bijstand naar de norm voor een alleenstaande. Kortom, het college mocht het te veel betaalde terugvorderen.

ECLI:NL:CRVB:2022:606

Contact opnemen

Rechtbank
De rechtbank is het gerecht in eerste aanleg.
Meer info »