Huurovereenkomst mag ontbonden worden na illegaal vuurwerkincident

Een huurder is verplicht zich ten aanzien van het gebruik van de gehuurde zaak als een goed huurder te gedragen. Dat dit niet alleen binnen de muren van een huurwoning geldt, volgt uit een zaak die diende bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.

Een man laat in december 2020 een vuurwerkbom van drie cobra’s, illegaal vuurwerk, op de tuinmuur van zijn achterburen ontploffen. Hierdoor ontstaat er schade aan die muur. Twee dagen later wordt de huurwoning van de man door de politie doorzocht. Hierbij worden 58 cobra’s, twee vuurwerkbommen, henneptoppen, hasj en amfetamine aangetroffen. Naar aanleiding van de vondst van de vuurwerkbommen schakelt de politie de Explosieven Opruimingsdienst van Defensie (EOD) in, die de straat afzet en in speciale pakken naar het huurhuis moet om het vuurwerk te verwijderen.

Ontbinding huurovereenkomst

De bewoner ontvangt hierop een brief van de woningstichting, waarin hem wordt gevraagd de huurovereenkomst op te zeggen. Doet hij dat niet, dan zal de woningstichting naar de rechtbank stappen, zo laat zij weten. De man weigert echter met de opzegging akkoord te gaan. De woningstichting eist daarna bij de rechtbank dat de huurovereenkomst wordt ontbonden en de man te veroordelen binnen 14 dagen het huurhuis te verlaten. Ook eist ze dat hij wordt veroordeeld tot het betalen van een vergoeding van ruim € 560 per maand voor elke maand dat het huurhuis niet ontruimd is. Volgens de woningstichting is de man tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst. Niet alleen heeft hij in zijn huis vuurwerkbommen gefabriceerd en een grote hoeveelheid illegaal vuurwerk en een handelshoeveelheid soft- en harddrugs opgeslagen, ook heeft hij met het vuurwerkincident en de gevolgen daarvan schade en overlast veroorzaakt. De man heeft zich daarom niet als goed huurder, zoals bedoeld in artikel 7:213 van het Burgerlijk Wetboek (BW), gedragen. Gelet op deze tekortkomingen heeft de woningstichting recht op en belang bij ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, aldus de woningstichting.

De vorderingen van de woningstichting worden door de rechtbank toegewezen. De bewoner gaat in hoger beroep. Volgens hem is ontbinding van de huurovereenkomst niet redelijk en billijk. Wordt de huurovereenkomst wel ontbonden, dan zou een ontruimingsperiode van een jaar redelijk en billijk zijn.

Onrechtmatig overlast veroorzaakt

Het gerechtshof stelt voorop dat de wettelijke verplichting om zich als goed huurder te gedragen niet alleen betrekking heeft op het gehuurde zelf, maar ook ziet op gedragingen die zich buiten het gehuurde afspelen. Daarbij verwijst het hof naar een arrest van de Hoge Raad van 16 oktober 1992 waarin al is overwogen dat vooropgesteld moet worden '… dat een huurder van woonruimte niet op een wijze die volgens art. 6:162 BW onrechtmatig is overlast mag bezorgen aan omwonenden'. Daarvan is in dit geval sprake. De man heeft met het vuurwerkincident niet alleen onrechtmatig overlast veroorzaakt, maar ook schade toegebracht, aldus het hof. Wel heeft hij de schade vergoed en spijt betuigd.

Tenzij-bepaling

In eerste aanleg heeft de man, die zich toen nog op het standpunt stelde dat zich geen overtreding van de Opiumwet had voorgedaan, aangevoerd dat het vuurwerkincident geen ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Hij refereerde daarmee kennelijk aan de tenzij-bepaling van artikel 6:265 lid 1 BW, waarin staat dat een tekortkoming van een partij de ontbinding van een overeenkomst kan rechtvaardigen, ‘tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt’.

Hoewel deze bepaling de belangen van de huurder kan beschermen, wordt er voor de werking van de redelijkheid en billijkheid slechts een beperkte ruimte overgelaten. Gelet op de ernstige omstandigheden in deze situatie, zoals het creëren van een groot risico voor de omgeving, faalt het beroep op de tenzij-bepaling, aldus het hof. Ook van dubbele bestraffing (na een strafrechtelijke veroordeling ontbinding van de huurovereenkomst) is geen sprake. Dat een gedraging zowel strafrechtelijke als civielrechtelijke consequenties kan hebben is eigen aan het rechtssysteem, zo stelt het hof. De uitspraak wordt daarom bekrachtigd.

Nu de man zich al ruim anderhalf jaar heeft kunnen oriënteren op andere woonruimte, en ter zitting liet weten vanwege de dreigende ontbinding van de huurovereenkomst zijn spullen al ingepakt te hebben staan, ziet het hof ook geen aanleiding een langere ontruimingstermijn aan te houden.

ECLI:NL:GHSHE:2022:3939

Contact opnemen

Gerechtshof
Een gerechtshof is het rechterlijk college waar hoger beroepszaken wordt behandeld.
Meer info »
Huurovereenkomst
Huur is de overeenkomst waarbij de verhuurder zich verbindt aan de huurder een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie (artikel 7:201 BW). Beide partijen hebben rechten en verplichtingen. Zo is de verhuurder verplicht het verhuurde ter beschikking te stellen en te gebreken aan het verhuurde te verhelpen. De huurder is onder meer verplicht om de huur te betalen en om zich als een goed huurder te gedragen. Dit zijn algemene regels voor huur, die gelden voor zowel de huur van woonruimte als de huur van bedrijfsruimte.
Meer info »
Rechtbank
De rechtbank is het gerecht in eerste aanleg.
Meer info »
Nakoming
Als partijen een overeenkomst hebben gesloten, kunnen de ene partij van de andere partij eisen dat die aan zijn verplichtingen uit die overeenkomst voldoet. Het voldoen aan die verplichtingen wordt nakoming genoemd. Komt een partij zijn verplichtingen niet (tijdig) of onbehoorlijk na, dan pleegt hij wanprestatie. Er is dan sprake van een tekortkoming in de nakoming.
Meer info »
Ontbinding
Ontbinding een van de manieren waarop een overeenkomst kan worden beƫindigd. Artikel 6:265 Burgerlijk Wetboek bevat een ontbindingsbevoegdheid voor het geval dat de wederpartij tekortschiet in de nakoming van zijn contractuele verplichtingen. Je kunt dan de overeenkomt ontbinden, tenzij de tekortkoming zodanig gering is dat die geen ontbinding rechtvaardigt. Andere gronden voor ontbinding zijn bijvoorbeeld dat, wanneer je als consument iets gekocht hebt, het aangekochte product gebrekkig is, of waneer er sprake is van onvoorziene omstandigheden. Ontbinding heeft tot gevolg dat de overeenkomst wordt geacht nooit te hebben bestaan. De reeds verrichte prestaties of gedane betalingen moeten ongedaan worden gemaakt, dus moeten - voor zover mogelijk - 'teruggedraaid' worden.
Meer info »
Hoge Raad
De Hoge Raad (der Nederlanden) is de hoogste rechtsprekende instantie in Nederland. De hoofdtaak van de Hoge Raad is cassatierechtspraak. Dit betekent dat de Hoge Raad beoordeelt of bij de uitspraken van lagere rechters (rechtbank en gerechtshof) de procedures en procesregels juist zijn toegepast. In cassatie wordt de zaak niet feitelijk inhoudelijk getoetst.
Meer info »
Overeenkomst
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen richting een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.Volgens de wet komt een overeenkomst tot stand door aanbod en aanvaarding. In welke vorm dat gebeurt, is is irrelevant, dus een overeenkomst kan ook mondeling tot stand komen. Het kan dan echter lastig zijn om bewijs te leveren van het bestaan van de overeenkomst.
Meer info »