Bedrijf failliet maar bestuurder niet aansprakelijk voor schulden
In sommige gevallen kan een bestuurder persoonlijk aansprakelijk zijn als een BV schulden nalaat. In deze zaak was dat niet zo, oordeelt de rechtbank Rotterdam.
Een man leent aan een bedrijf € 100.000 voor een investering in een vastgoedproject in Duitsland. Dit moet binnen twee jaar worden terugbetaald. Het bedrijf heeft het vastgoedobject als zekerheid aan de man verstrekt. Als de som niet op tijd wordt terugbetaald, stapt de man naar de rechtbank Rotterdam en eist dat het bedrijf of zijn bestuurder dit bedrag terugbetalen.
In persoon
Na het uitbrengen van de dagvaarding wordt het bedrijf failliet verklaard. In de Faillissementswet staat dat dan de procedure tegen het bedrijf moet worden geschorst. Kan de man zijn geld nog halen bij de bestuurder? Die was, zo stelt de man, in persoon contractpartij bij de geldleningsovereenkomst: hij deed immers voorkomen alsof het bedrijf een eenmanszaak was. In de ondertekende overeenkomst staat geen vennootschapsaanduiding (zoals BV) vermeld, wat bij de man de indruk wekte dat het om een overeenkomst met de bestuurder in persoon ging.
Onderzoeksplicht
Maar de rechtbank oordeelt dat de bestuurder in privé geen contractpartij is bij de overeenkomst. Het klopt dat er nergens BV staat maar dat maakt nog niet dat de bestuurder de indruk heeft gewekt dat zijn bedrijf een eenmanszaak is. Bij zijn naam staat immers de afkorting DGA (directeur-grootaandeelhouder), wat een besloten of naamloze vennootschap impliceert, geen eenmanszaak. Dat de man niet wist wat die afkorting betekende, is voor zijn risico. Hij had, voordat hij de overeenkomst ondertekende, moeten onderzoeken hoe dit allemaal in elkaar stak. Dat het bedrijf een BV is, blijkt uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel, een handelsregister dat iedereen kan raadplegen. Ook in de WhatsApp correspondentie tussen beide is overigens gesproken over een ‘Nederlandse BV’.
Schijn van kredietwaardigheid
De man stelt dat de bestuurder onverantwoord financiële verplichtingen is aangegaan, wetende dat zijn bedrijf deze niet kon nakomen. Hij had de schijn van kredietwaardigheid gewekt maar bij een eerder project had hij ook niet alles terugbetaald. Ook zou de bestuurder de man onjuist of onvolledig hebben geïnformeerd over de gestelde zekerheid van het vastgoedobject: hij was niet de enige eigenaar, bleek later. In zo’n geval kán de bestuurder aansprakelijk zijn.
Niet aansprakelijk
Maar dat geldt alleen, aldus de rechtbank, bij persoonlijk ernstig verwijtbaar gedrag: als de bestuurder handelde op een manier die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid tegenover de schuldeiser onaanvaardbaar is. En dat weet de man onvoldoende te onderbouwen. Dat de bestuurder bij een eerder project niet alles zou hebben terugbetaald, kan hij niet vergelijken met zijn eigen kwestie: de situaties zijn heel anders. Verder heeft de bestuurder onbetwist gesteld dat zijn bedrijf de geleende gelden van de man daadwerkelijk in het Duitse vastgoedobject heeft geïnvesteerd, waarbij een hypothecaire zekerheid is gevestigd en dat dit Duitse onderpand daadwerkelijk kan worden uitgewonnen. Onder deze omstandigheden kan de rechtbank geen persoonlijk ernstig verwijt van de bestuurder aannemen. De bestuurder is daarom niet persoonlijk aansprakelijk voor terugbetaling.