Wetswijzigingen per 1 januari 2021

Per 1 januari jl. zijn een aantal wetswijzigingen in werking getreden. In dit artikel licht STIPT. advocaten de belangrijkste wetswijzigingen kort toe.

  • Inwerkingtreding WHOA

Met ingang van 1 januari 2021 maakt de inwerkingtreding van de Wet homologatie onderhands akkoord in faillissement (WHOA) het voor bedrijven mogelijk om via een onderhands dwangakkoord – buiten faillissement – te herstructureren, schulden te saneren en deze door de rechtbank te laten goedkeuren c.q. vaststellen (homologeren). Een vereiste is dat ten minste één partij met het akkoord heeft ingestemd. Als de rechtbank het akkoord goedkeurt, worden ook schuldeisers en/of aandeelhouders die niet met het akkoord hebben ingestemd aan het akkoord gebonden.

Het beoogde doel is dat bedrijven op eenvoudigere wijze hun onderneming kunnen (her)structureren, de schulden kunnen saneren en minder snel failliet zullen gaan.

  • Wijziging overdrachtsbelasting

Vanaf 1 januari 2021 betalen starters (of jonge doorstromers) geen overdrachtsbelasting meer bij de aankoop van een woning waarin zij zelf zullen gaan wonen. Beleggers gaan juist meer betalen: voor hen gaat de overdrachtsbelasting van 6% (of 2%) naar 8%. Dit geldt bijvoorbeeld voor (particuliere) beleggers die een woning kopen om te verhuren of voor ouders die een woning kopen voor hun kind.

  • Huurverlaging voor zzp’ers

Zzp’ers met teruglopende inkomsten door bijvoorbeeld de coronacrisis, kunnen de woningcorporatie tot en met 31 december 2021 vragen om de huur van hun woning te verlagen. Hiervoor is vereist dat in de 6 maanden voor de aanvraag zo weinig is verdiend dat de zzp’er onder een bepaalde inkomensgrens valt.

  • Nieuwe gebouwen moeten voldoen aan de BENG

Voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geldt dat de vergunningaanvragen vanaf 1 januari 2021 moeten voldoen aan de eisen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG). De eisen zijn per type gebouw verschillend. Het doel van de BENG-eisen is het (sterk) verlagen van het energiegebruik.

Werkgevers die hun kleine onderneming vanwege pensionering of ziekte (of overlijden) stoppen, krijgen per 2021 recht op compensatie van de transitievergoeding voor hun werknemers. De werkgever of nabestaanden van de werkgever kunnen compensatie aanvragen voor een betaalde transitievergoeding als er maximaal 25 werknemers werken bij de onderneming en het UWV voor tenminste één werknemer een ontslagvergunning heeft wegens bedrijfsbeëindiging. Alleen transitievergoedingen die vanaf 1 januari 2021 zijn betaald, komen in aanmerking voor compensatie.

  • Minimumloon omhoog

Het wettelijk brutominimumloon (WML) voor werknemers van 21 jaar en ouder bij een volledig dienstverband wordt verhoogd en is sinds 1 januari 2021: € 1.684,80 per maand, € 388,80 per week en € 77,76 per dag

  • Belastingen

Tot slot zijn er vanaf 1 januari jl. een flink aantal belastingmaatregelen veranderd. Zo betalen spaarders en kleine beleggers met een vermogen tot € 50.000 (of € 100.000 met fiscaal partner) vanaf 2021 geen belasting meer over dat vermogen, wordt de arbeidskorting verder verhoogd, geldt een vliegbelasting, wordt belastingontwijking verder aangepakt, geldt een nieuwe tijdelijke regeling voor investeringskorting (BIK) en wordt tabaksaccijns verder verhoogd.

 

Contact opnemen

Rechtbank
De rechtbank is het gerecht in eerste aanleg.
Meer info »
Transitievergoeding
Een transitievergoeding is de wettelijke ontslagvergoeding, die werkgever bij ontslag aan werknemer verschuldigd is, tenzij de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld (artikel 7:673 BW). Als de werknemer zelf opzegt bestaat er géén recht op een transitievergoeding. Sinds 1 januari 2020 heeft iedere werknemer, ongeacht of er sprake is van een tijdelijk contract, vanaf dag 1 recht op transitievergoeding bij ontslag. De hoogte van de transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar.
Meer info »