Manager mag niet ontslagen worden

Een bedrijf kan niet duidelijk aantonen dat het laten vervallen van een functie nodig is voor een doelmatige bedrijfsvoering. Een verzoek om ontbinding van een arbeidsovereenkomst wordt daarom afgewezen.

Een man is sinds 1 mei 2021 in dienst als business unit manager bij een bedrijf, dat 35 werknemers heeft. Het bedrijf besluit op 28 december toestemming aan het UWV te vragen om de arbeidsovereenkomst met de man op te zeggen wegens bedrijfseconomische redenen. Wanneer het UWV deze toestemming weigert, stapt het bedrijf naar de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam. Volgens de werkgever is er geen draagvlak meer voor de functie van business unit manager. Die functie is vervallen, en daarom moet de arbeidsovereenkomst ontbonden worden.

De man is het hier niet mee eens en vraagt de kantonrechter het verzoek af te wijzen. Voor het geval dat de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, wil hij een transitievergoeding en een billijke vergoeding van 421.000 euro met ontheffing uit het in de arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentiebeding. Hij vraagt de kantonrechter zijn werkgever te veroordelen om hem zijn werk te laten doen, op straffe van een dwangsom van 1.000 euro per dag. Ook wil hij dat het bedrijf een rectificatie plaatst.

Redelijke grond

Een arbeidsovereenkomst kan alleen worden ontbonden als daar een redelijke grond voor is, aldus de kantonrechter. In dit geval beroept de werkgever zich op het noodzakelijkerwijs vervallen van de arbeidsplaats van de werknemer door het wegens bedrijfseconomische omstandigheden treffen van maatregelen voor een doelmatige bedrijfsuitvoering. Dit heeft het bedrijf echter niet voldoende aannemelijk gemaakt, zo oordeelt de kantonrechter.

De functie van de man, die tot 1 mei 2021 algemeen directeur was, was nieuw en is gecreëerd om de organisatie verder te professionaliseren. Op 1 december 2021 heeft het bedrijf besloten deze functie weer te laten vervallen. Het bedrijf stelt dat de organisatiestructuur voor en na 1 mei 2021 door de invoering van de functie van business unit manager heel anders was, wat de man betwist. Na 1 mei sprake zou volgens het bedrijf sprake zijn van ‘twee kapiteins op één schip’ en daarom was het nodig om de functie te laten vervallen, maar de man heeft volgens de kantonrechter voldoende gemotiveerd betwist dat dit niet zo was. Als er bij de werknemers onduidelijkheid was over de organisatiestructuur vanaf 1 mei 2021, was dat eenvoudig op te lossen door een van de leidinggevenden minder zichtbaar te maken. Het is in ieder geval geen reden om de functie van business unit manager te laten vervallen. En als er al onduidelijkheid was binnen het bedrijf, is niet aannemelijk gemaakt dat dit door de invoering van de functie business unit manager kwam. Dat is ook niet vreemd, want die functie bestond pas een paar maanden, zo voegt de kantonrechter eraan toe. 

Toekomst bedrijf

De kantonrechter is het met het bedrijf eens dat het een zekere mate van vrijheid heeft om de organisatie zo in te richten dat het bestaan ervan ook op de lange termijn verzekerd is en dat de rechter terughoudend moet zijn bij het toetsen van beslissingen ter zake. In dit geval is er echter geen sprake van enige mate van bedreiging van het bestaan van het bedrijf. Ook is het niet aannemelijk dat de toekomst er beter uitziet met een algemeen directeur dan met een business unit manager.

Het bedrijf heeft dus niet kunnen aantonen dat de functie van business unit manager moet vervallen als gevolg van het wegens bedrijfseconomische omstandigheden treffen van maatregelen voor een doelmatige bedrijfsvoering. De gevraagde ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt daarom afgewezen. Omdat het bedrijf heeft aangegeven de uitspraak te respecteren, wordt er geen dwangsom toegewezen. Wel moet de onderneming een rectificatie publiceren en de werknemers correct informeren over de terugkeer van de man. Dat past bij de wettelijke verplichting voor een bedrijf om zich als goed werkgever te gedragen.

ECLI:NL:RBROT:2022:5402

Contact opnemen

Ontbinding
Ontbinding een van de manieren waarop een overeenkomst kan worden beëindigd. Artikel 6:265 Burgerlijk Wetboek bevat een ontbindingsbevoegdheid voor het geval dat de wederpartij tekortschiet in de nakoming van zijn contractuele verplichtingen. Je kunt dan de overeenkomt ontbinden, tenzij de tekortkoming zodanig gering is dat die geen ontbinding rechtvaardigt. Andere gronden voor ontbinding zijn bijvoorbeeld dat, wanneer je als consument iets gekocht hebt, het aangekochte product gebrekkig is, of waneer er sprake is van onvoorziene omstandigheden. Ontbinding heeft tot gevolg dat de overeenkomst wordt geacht nooit te hebben bestaan. De reeds verrichte prestaties of gedane betalingen moeten ongedaan worden gemaakt, dus moeten - voor zover mogelijk - 'teruggedraaid' worden.
Meer info »
Arbeidsovereenkomst
De overeenkomst waarbij de werknemer zich verbindt om in dienst van de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Drie elementen dienen aanwezig te zijn om te kunnen spreken van een arbeidsovereenkomst: arbeid (persoonlijk verricht door de werknemer), loon (veelal in geld) en een gezagsverhouding.
Meer info »
Kantonrechter
De kantonrechter is belast met de behandelingen van bepaalde soorten zaken, namelijk: civiele zaken tot een bedrag van EUR 25.000,-, arbeidszaken, huurzaken, consumentenkoopzaken en consumentenkredietzaken. Verder gaat de kantonrechter ook over zaken met betrekking tot bewind, curatele, mentorschap en het verwerpen of aanvaarden van erfenissen. Het is bij een kantonrechter niet verplicht om een advocaat in te schakelen.
Meer info »
Rechtbank
De rechtbank is het gerecht in eerste aanleg.
Meer info »
Transitievergoeding
Een transitievergoeding is de wettelijke ontslagvergoeding, die werkgever bij ontslag aan werknemer verschuldigd is, tenzij de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld (artikel 7:673 BW). Als de werknemer zelf opzegt bestaat er géén recht op een transitievergoeding. Sinds 1 januari 2020 heeft iedere werknemer, ongeacht of er sprake is van een tijdelijk contract, vanaf dag 1 recht op transitievergoeding bij ontslag. De hoogte van de transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar.
Meer info »
Billijke vergoeding
De billijke vergoeding is een vergoeding die een kantonrechter in een ontbindingsprocedure kan toekennen aan een werknemer, bovenop de wettelijke verplichte transitievergoeding. Voor een billijke vergoeding is enkel plaats als de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld richting de werknemer.
Meer info »
Dwangsom
Een dwangsom is een geldboete die verschuldigd is als niet wordt voldaan aan een gerechtelijke of bestuurlijke beslissing. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen een bestuursrechtelijke dwangsom en een civielrechtelijke dwangsom.
Meer info »